maandag 30 juni 2008

Apatura iris.


Jeroën is naar Nederland en zonder hem in ons bos werken is niet zo leuk daar komt ook nog bij dat hij mijn ‘teken weg haler’ is. De nimfen zijn klein en zitten vaak op onmogelijke plekjes. Ik wil geen extra kans op Lyme riskeren . Dus ik ga naar het strand, nou ja… zo’n lullig stukje zand aan het meer. Het is zondag familiedag. Ik ga tussen half 12 en 4 uur want dan zijn de meeste fransen nog uitgebreid aan het lunchen en het zijn de heetste uren van de dag, precies goed voor een koele duik in het stuwmeer. Ik ga op mijn Hollandse fiets. Het meer ligt laag dus ik ben er in een poep en een scheet. De gedachte aan de terug weg blokeer ik nog even en ga genieten met mijn bevroren flesje water, woordenboek en Le Monde. Van onder mijn zonneklep zie ik iets dwarrelen op het zand. Ik sta op loop naar de waterrand en zie een hele mooie vlinder. Een grote zwarte vlinder met witte tekening en twee ogen op zijn vleugels. In de zon veranderd de kleur van de vleugels naar blauw en paars metalic. De vlinder is niet bang en blijft rustig zitten. Wat doet hij(Le papillon) daar??? Drinkt hij water? Minuten, kwartieren blijft hij zitten dus ik kan hem goed bestuderen. Thuis zoek ik het op. Het blijkt de grote weerschijnvlinder te zijn. Apatura iris. Die leven bij Rivier bossen en drinken sap van bomen of vocht van uitwerpselen en aas.