zondag 10 mei 2009


Op de laatste nacht van onze reis stonden we vlak langs de Rivier de Dordogne, wel al in de Corrèze want nog voor dat we ons departement binnen kwamen was er geen plaats langs de brede kronkelende rivier. Deze was al ingenomen door grote huizen met tuinen of eindelozen plantages met walnotenbomen, die het blijkbaar bijzonder goed doen in de oude rivierbodem.
Vroeger werd de walnotenboom graag in de tuin gezet bij kastelen en grote landhuizen om te kunnen pronken met deze exoot die oorspronkelijk uit centraal Azië komt.

Wat veel mensen niet weten is dat de walnoot in een groene holster zit die pas na het drogen er af gepeld kan worden. Het makkelijke aan de Walnotenboom is dat de vruchten niet geplukt hoeven te worden, ze worden geraapt. De bladeren van walnoot bevatten de stof Juglandine die muggen op afstand houd. De volgende keer gaan we dus toch bij de boomplantages staan, want hoe idyllisch ons plekje ook was tegen zonsondergang ben ik weer flink te grazen genomen door die verdampte knutjes, die kleine kutmugjes waar ik het al eerder in mijn blog over heb gehad. Ook wel, knaasjes, kneiten, mietsen, meurzen, neefjes of motmugjes worden genoemd, tjongejonge nou dan weetje het wel.

Maar goed, omdat we terug waren in de Corrèze begon het na vier zomerse mei dagen natuurlijk te regen! Aangezien we op een vissersplekje stonden waar we onder een schuine hoek op een aardeweg naartoe waren afgedaald, schrok ik wakker van het lichte getik op het metalen tentdak en spoeden Jeroën aan om te vertrekken voor alle zekerheid. Als de buien zouden los barsten waren we misschien wel gedoemd hier dagen lang te blijven na mislukten pogingen met slippende banden dieper gravend in het modderige paadje om weer naar boven te komen.

Het was nog donker en de klok wees bijna vijf uur. Het viel mee. Toen alles klaar was en de wagen gereed voor vertrek, hield de dunne sluier regen op. Het weggetje waar veel bomen overheen hingen was zelfs niet nat geworden. Nog nooit waren we samen dit jaar zo vroeg opgestaan. En ook de wakker geworden dieren waren op dit uur nog geen mensen en auto’s gewend, dat bleek wel toen er een vogeltje plots tegen ons voorruit botste.
En helemaal toen er geheel onverwachts een klein pluizig dreumes vosje voor ons in het koplampenlicht opdook. Het verbaasde beestje bleef geschrokken op de weg zitten om daarna in een huppelgangetje voor ons uit te rennen. Ach... zo lief, so süs, mignonne.
We konden hem heel goed zien, uiteindelijk verdween hij slim in de berm, hopelijk weer naar zijn broertjes en zusjes toe.

Geen opmerkingen: